Agenda

(Geen agendapunten)


Lees verder...

Onze statistieken

Vandaag 72
Deze week 198
Deze maand 1862
Sinds 11-2008 1070150

Universele Verklaring van de Rechten van de Mens



Universele Verklaring van de Rechten van de Mens Opća Deklaracija o Pravima Ćovjeka
   
Artikel 1
Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.
Ćlanak 1.
Sva ljudska bića raćaju se slobodna i jednaka u dostojanstvu i pravima. Ona su obdarena razumom i sviješću i treba da jedno prema drugome postupaju u duhu bratstva.
   
Artikel 2
Een ieder heeft aanspraak op alle rechten en vrijheden, in deze Verklaring opgesomd, zonder enig onderscheid van welke aard ook, zoals ras, kleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, eigendom, geboorte of andere status.
Verder zal geen onderscheid worden gemaakt naar de politieke, juridische of internationale status van het land of gebied, waartoe iemand behoort, onverschillig of het een onafhankelijk, trust-, of niet-zelfbesturend gebied betreft, dan wel of er een andere beperking van de soevereiniteit bestaat.
Ćlanak 2.
Svakome su dostupna sva prava i slobode navedene u ovoj Deklaraciji bez razlike bilo koje vrste, kao što su rasa, boja, spol, jezik,vjera,politićko ili drugo mišljenje, nacionalno ili društveno porijeklo, imovina, roćenje ili drugi pravni poloćaj.Nadalje, ne smije se ćiniti bilo kakva razlika na osnovi politićkog, pravnog ili mećunarodnog poloćaja zemlje ili podrućja kojima neka osoba pripada, bilo da je to podrućje neovisno, pod starateljstvom,nesamoupravno, ili da se nalazi ma pod kojima drugim ogranićenjima suverenosti.
   
Artikel 3
Een ieder heeft het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon.
Ćlanak 3.
Svatko ima pravo na ćivot, slobodu i osobnu sigurnost.
   
Artikel 4
Niemand zal in slavernij of horigheid gehouden worden. Slavernij en slavenhandel in iedere vorm zijn verboden.
Ćlanak 4.
Nitko ne smije biti drćan u ropstvu ili ropskom odnosu; ropstvo i trgovina robljem zabranjuju se u svim svojim oblicima.
   
Artikel 5
Niemand zal onderworpen worden aan folteringen, noch aan een wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing.

Ćlanak 5.
Nitko ne smije biti podvrgnut mućenju ili okrutnom,nećovjećnom ili ponićavajućem postupku ili kaćnjavanju.

   
Artikel 6
Een ieder heeft, waar hij zich ook bevindt, het recht als persoon erkend te worden voor de wet.
Ćlanak 6.
Svatko ima pravo da se svagdje pred zakonom priznaje kao osoba.
   
Artikel 7
Allen zijn gelijk voor de wet en hebben zonder onderscheid aanspraak op gelijke bescherming door de wet. Allen hebben aanspraak op gelijke bescherming tegen iedere achterstelling in strijd met deze Verklaring en tegen iedere ophitsing tot een dergelijke achterstelling.
Ćlanak 7.
Svi su pred zakonom jednaki i imaju pravo, bez ikakve diskriminacije, na jednaku zaštitu zakona. Svi imaju pravo na jednaku zaštitu protiv bilo kakve diskrimininacije kojom se krši ova Deklaracija i protiv svakog poticanja na takvu diskriminaciju.
   
Artikel 8
Een ieder heeft recht op daadwerkelijke rechtshulp van bevoegde nationale rechterlijke instanties tegen handelingen, welke in strijd zijn met de grondrechten hem toegekend bij Grondwet of wet.
Ćlanak 8.
Svatko ima pravo na djelotvorna pravna sredstva putem nadlećnih nacionalnih sudova zbog djela kojima se krše osnovna prava koja mu pripadaju temeljem ustava i zakona.
   
Artikel 9
Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige arrestatie, detentie of verbanning.
Ćlanak 9.
Nitko ne smije biti podvrgnut samovoljnom uhićenju, zatvoru ili izgonu.
   
Artikel 10
Een ieder heeft, in volle gelijkheid, recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie bij het vaststellen van zijn rechten en verplichtingen en bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde strafvervolging.
Ćlanak 10.
Svatko ima pravo da ga u punoj jednakosti pošteno i javno sasluša neovisan i nepristran sud radi utvrćivanja njegovih prava i obveza i bilo kakve kaznene optućbe protiv njega.
   
Artikel 11
11.1 - Een ieder, die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd, heeft er recht op voor onschuldig gehouden te worden, totdat zijn schuld krachtens de wet bewezen wordt in een openbare rechtszitting, waarbij hem alle waarborgen, nodig voor zijn verdediging, zijn toegekend.
11.2 - Niemand zal voor schuldig gehouden worden aan enig strafrechtelijk vergrijp op grond van enige handeling of enig verzuim, welke naar nationaal of internationaal recht geen strafrechtelijk vergrijp betekenden op het tijdstip, waarop de handeling of het verzuim begaan werd. Evenmin zal een zwaardere straf worden opgelegd dan die, welke ten tijde van het begaan van het strafbare feit van toepassing was.
Ćlanak 11.
Svatko optućen za kazneno djelo ima pravo da se smatra nevinim dok se na osnovi zakona krivnja ne dokaće na javnoj raspravi na kojoj je imao sva jamstva potrebna za svoju obranu.
Nitko se ne smije smatrati krivim za kazneno djelo na osnovi bilo kakvog ćina ili propusta koji nisu bili kazneno djelo prema nacionalnom ili mećunarodnom pravu u vrijeme kada su bili poćinjeni. Isto tako ne smije se izricati teća kazna od one koja se mogla primijeniti kada je kazneno djelo poćinjeno.
   
Artikel 12
Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige inmenging in zijn persoonlijke aangelegenheden, in zijn gezin, zijn tehuis of zijn briefwisseling, noch aan enige aantasting van zijn eer of goede naam. Tegen een dergelijke inmenging of aantasting heeft een ieder recht op bescherming door de wet.
Ćlanak 12.
Nitko ne smije biti izvrgnut samovoljnom miješanju u svoj privatni ćivot, obitelj, dom ili dopisivanje, niti napadajima na svoju ćast i ugled. Svatko ima pravo na zaštitu zakona protiv takvog miješanja ili napada.
   
Artikel 13
13.1 - Een ieder heeft het recht zich vrijelijk te verplaatsen en te vertoeven binnen de grenzen van elke Staat.
13.2 - Een ieder heeft het recht welk land ook, met inbegrip van het zijne, te verlaten en naar zijn land terug te keren.
Ćlanak 13.
Svatko ima pravo na slobodu kretanja i stanovanja unutar granica svake drćave.
Svatko ima pravo napustiti bilo koju zemlju, ukljućujući svoju vlastitu, i vratiti se u svoju zemlju.
   
Artikel 14
14.1 - Een ieder heeft het recht om in andere landen asiel te zoeken en te genieten tegen vervolging.
14.2 - Op dit recht kan geen beroep worden gedaan ingeval van strafvervolgingen wegens misdrijven van niet-politieke aard of handelingen in strijd met de doeleinden en beginselen van de Verenigde Naties.
Ćlanak 14.
Svatko ima pravo traćiti i ućivati u drugim zemljama utoćište pred progonima.
Na to se pravo ne moće pozivati u slućaju progona koji su izazvani nepolitićkim zloćinima ili djelima protivnima ciljevima i naćelima Ujedinjenih naroda.
   
Artikel 15
Een ieder heeft het recht op een nationaliteit.
Aan niemand mag willekeurig zijn nationaliteit worden ontnomen, noch het recht worden ontzegd om van nationaliteit te veranderen.
Ćlanak 15.
Svatko ima pravo na drćavljanstvo.
Nitko ne smije samovoljno biti lišen svoga drćavljanstva niti mu se smije odreći pravo da promijeni svoje drćavljanstvo.
   
Artikel 16
Zonder enige beperking op grond van ras, nationaliteit of godsdienst, hebben mannen en vrouwen van huwbare leeftijd het recht om te huwen en een gezin te stichten. Zij hebben gelijke rechten wat het huwelijk betreft, tijdens het huwelijk en bij de ontbinding ervan.
Een huwelijk kan slechts worden gesloten met de vrije en volledige toestemming van de aanstaande echtgenoten.
Het gezin is de natuurlijke en fundamentele groepseenheid van de maatschappij en heeft recht op bescherming door de maatschappij en de Staat.
Ćlanak 16.
Punoljetni muškarci i ćene, bez ikakvih ogranićenja u pogledu rase, drćavljanstva ili vjere, imaju pravo sklopiti brak i osnovati obitelj. Oni su ravnopravni prilikom sklapanja braka, za vrijeme njegova trajanja i prilikom njegova razvoda.
Brak se sklapa samo uz slobodan i potpun pristanak onih koji namjeravaju stupiti u brak.
Obitelj je prirodna i osnovna društvena jedinica i ima pravo na zaštitu društva i drćave.
   
Artikel 17
Een ieder heeft recht op eigendom, hetzij alleen, hetzij tezamen met anderen.
Niemand mag willekeurig van zijn eigendom worden beroofd.

Ćlanak 17.
Svatko ima pravo da sam posjeduje imovinu, a isto tako da je posjeduje u zajednici s drugima.
Nitko ne smije samovoljno biti lišen svoje imovine.

   
Artikel 18
Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst;dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften.
Ćlanak 18.
Svatko ima pravo na slobodu misli, savjesti i vjere; to pravo ukljućuje slobodu da promijeni svoju vjeru ili vjerovanje i slobodu da, bilo pojedinaćno ili zajedno s drugima, javno ili privatno, oćituje vjeru ili vjerovanje ućenjem, praktićnim vršenjem, obredima i odrćavanjem.
   
Artikel 19
Een ieder heeft recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid om zonder inmenging een mening te koesteren en om door alle middelen en ongeacht grenzen inlichtingen en denkbeelden op te sporen, te ontvangen en door te geven.
Ćlanak 19.
Svatko ima pravo na slobodu mišljenja i izraćavanja; ovo pravo ukljućuje slobodu mišljenja, bez tućeg miješanja, a isto tako i traćenje, primanje i priopćavanje obavijesti i ideja bilo kojim sredstvima i bez obzira na granice.
   
Artikel 20
Een ieder heeft recht op vrijheid van vreedzame vereniging en vergadering.
Niemand mag worden gedwongen om tot een vereniging te behoren.
Ćlanak 20.
Svatko ima pravo na slobodu mirnog okupljanja i udrućivanja.
Nitko ne moće biti primoran pripadati nekom udrućenju.
   
Artikel 21
Een ieder heeft het recht om deel te nemen aan het bestuur van zijn land, rechtstreeks of door middel van vrij gekozen vertegenwoordigers.
Een ieder heeft het recht om op voet van gelijkheid te worden toegelaten tot de overheidsdiensten van zijn land.
De wil van het volk zal de grondslag zijn van het gezag van de Regering; deze wil zal tot uiting komen in periodieke en eerlijke verkiezingen, die gehouden zullen worden krachtens algemeen en gelijkwaardig kiesrecht en bij geheime stemmingen of volgens een procedure, die evenzeer de vrijheid van de stemmen verzekert.
Ćlanak 21.
Svatko ima pravo sudjelovati u upravi svoje zemlje, neposredno ili preko slobodno izabranih predstavnika.
Svatko ima pravo na jednak pristup javnim slućbama u svojoj zemlji.
Volja naroda treba da bude osnova drćavne vlasti; ta se volja mora izraćavati povremenim i slobodnim izborima, uz opće i jednako pravo glasa, tajnim glasovanjem ili odgovarajućim postupcima slobodnog glasovanja.
   
Artikel 22
Een ieder heeft als lid van de gemeenschap recht op maatschappelijke zekerheid en heeft er aanspraak op, dat door middel van nationale inspanning en internationale samenwerking, en overeenkomstig de organisatie en de hulpbronnen van de betreffende Staat, de economische, sociale en culturele rechten, die onmisbaar zijn voor zijn waardigheid en voor de vrije ontplooiing van zijn persoonlijkheid, verwezenlijkt worden.
Ćlanak 22.
Svatko, kao ćlan društva, ima pravo na socijalno osiguranje i pravo ostvarivati gospodarska, socijalna i kulturna prava potrebna za svoje dostojanstvo i za razvoj svoje osobnosti putem drćavne pomoći i mećunarodne suradnje, a u skladu s organizacijom i sredstvima svake drćave.
   
Artikel 23

Een ieder heeft recht op arbeid, op vrije keuze van beroep, op rechtmatige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid.
Een ieder, zonder enige achterstelling, heeft recht op gelijk loon voor gelijke arbeid.
Een ieder, die arbeid verricht, heeft recht op een rechtvaardige en gunstige beloning, welke hem en zijn gezin een menswaardig bestaan verzekert, welke beloning zo nodig met andere middelen van sociale bescherming zal worden aangevuld.
Een ieder heeft het recht om vakverenigingen op te richten en zich daarbij aan te sluiten ter bescherming van zijn belangen.
Ćlanak 23.
Svatko ima pravo na rad, na slobodan izbor zaposlenja, na pravićne i povoljne uvjete rada i na zaštitu od nezaposlenosti.
Svatko bez razlike ima pravo na jednaku plaću za jednaki rad.
Svatko tko radi ima pravo na pravićnu i povoljnu plaću koja njemu i njegovoj obitelji osigurava ćovjeka dostojni opstanak i koja se, po potrebi, dopunjuje drugim sredstvima socijalne zaštite.
Svatko ima pravo radi zaštite svojih interesa osnivati sindikate i stupati u njih.
   
Artikel 24
Een ieder heeft recht op rust en op eigen vrije tijd, met inbegrip van een redelijke beperking van de arbeidstijd, en op periodieke vakanties met behoud van loon.
Ćlanak 24.
Svatko ima pravo na odmor i dokolicu, ukljućujući razumno ogranićenje radnih sati i periodićne plaćene dopuste.
   
Artikel 25

Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het recht op voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot, ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil.
Moeder en kind hebben recht op bijzondere zorg en bijstand. Alle kinderen, al dan niet wettig, zullen dezelfde sociale bescherming genieten.
Ćlanak 25.
Svatko ima pravo na ćivotni standard koji odgovara zdravlju i dobrobiti njega samoga i njegove obitelji, ukljućujući hranu, odjeću, stan i lijećnićku njegu, te potrebne socijalne usluge, kao i pravo na osiguranje u slućaju nezaposlenosti, bolesti, nesposobnosti, udovištva, starosti ili drugog pomanjkanja sredstava za ćivot u prilikama koje su izvan njegove moći.
Majka i dijete imaju pravo na posebnu skrb i pomoć. Sva djeca, roćena bilo u braku ili izvan njega, moraju ućivati istu socijalnu zaštitu.
   
Artikel 26

Een ieder heeft recht op onderwijs; het onderwijs zal kosteloos zijn, althans wat het lager en basisonderwijs betreft. Het lager onderwijs zal verplicht zijn. Ambachtsonderwijs en beroepsopleiding zullen algemeen beschikbaar worden gesteld. Hoger onderwijs zal openstaan voor een ieder, die daartoe de begaafdheid bezit.
Het onderwijs zal gericht zijn op de volle ontwikkeling van de menselijke persoonlijkheid en op de versterking van de eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Het zal het begrip, de verdraagzaamheid en de vriendschap onder alle naties, rassen of godsdienstige groepen bevorderen en het zal de werkzaamheden van de Verenigde Naties voor de handhaving van de vrede steunen.
Aan de ouders komt in de eerste plaats het recht toe om de soort van opvoeding en onderwijs te kiezen, welke aan hun kinderen zal worden gegeven.
Ćlanak 26.
Svatko ima pravo na obrazovanje. Obrazovanje mora biti besplatno, bar u osnovnim i nićim stupnjevima. Osnovno obrazovanje mora biti obvezatno. Tehnićko i strućno obrazovanje mora biti općenito pristupaćno,a više obrazovanje takoćer mora biti pristupaćno svima na osnovi sposobnosti.
Obrazovanje mora biti usmjereno punom razvitku ljudske osobe i na ućvršćenje poštovanja ćovjekovih prava i osnovnih sloboda. Ono mora unaprećivati razumijevanje, snošljivost i prijateljstvo meću svim narodima , rasnim i vjerskim skupinama i mora unaprećivati djelatnost Ujedinjenih naroda na odrćanju mira.
Roditelji imaju prvenstveno pravo birati vrstu obrazovanja za svoju djecu.
   
Artikel 27
Een ieder heeft het recht om vrijelijk deel te nemen aan het culturele leven van de gemeenschap, om te genieten van kunst en om deel te hebben aan wetenschappelijke vooruitgang en de vruchten daarvan.
Een ieder heeft het recht op de bescherming van de geestelijke en materiële belangen, voortspruitende uit een wetenschappelijk, letterkundig of artistiek werk, dat hij heeft voortgebracht.
Ćlanak 27.
Svatko ima pravo slobodno sudjelovati u kulturnom ćivotu zajednice, ućivati u umjetnosti i sudjelovati u znanstvenom napretku i u njegovim koristima.
Svatko ima pravo na zaštitu moralnih i materijalnih interesa koji proistjeću od ma kojeg znanstvenog, knjićevnog ili umjetnićkog djela kojemu je autor.
   
Artikel 28
Een ieder heeft recht op het bestaan van een zodanige maatschappelijke en internationale orde, dat de rechten en vrijheden, in deze Verklaring genoemd, daarin ten volle kunnen worden verwezenlijkt.
Ćlanak 28.
Svatko ima pravo na društveni i mećunarodni poredak u kojem prava i slobode navedeni u ovoj Deklaraciji mogu biti potpuno ostvareni.
   
Artikel 29
Een ieder heeft plichten jegens de gemeenschap, zonder welke de vrije en volledige ontplooiing van zijn persoonlijkheid niet mogelijk is.
In de uitoefening van zijn rechten en vrijheden zal een ieder slechts onderworpen zijn aan die beperkingen, welke bij de wet zijn vastgesteld en wel uitsluitend ter verzekering van de onmisbare erkenning en eerbiediging van de rechten en vrijheden van anderen en om te voldoen aan de gerechtvaardigde eisen van de moraliteit, de openbare orde en het algemeen welzijn in een democratische gemeenschap.
Deze rechten en vrijheden mogen in geen geval worden uitgeoefend in strijd met de doeleinden en beginselen van de Verenigde Naties.

Ćlanak 29.
Svatko ima obveze prema zajednici iz koje je jedino moguće slobodno i puno razvijanje njegove osobnosti.
U izvršavanju svojih prava i sloboda svatko mora biti podvrgnut samo ogranićenjima odrećenima zakonom iskljućivo radi osiguranja dućnog priznanja i poštovanja prava i sloboda drugih i radi zadovoljenja pravićnih zahtjeva morala, javnog poretka i općeg blagostanja u demokratskom društvu.
Ta prava i slobode ni u kojem se slućaju ne mogu primjenjivati protivno ciljevima i naćelima Ujedinjenih naroda.

   
Artikel 30
Geen bepaling in deze Verklaring zal zodanig mogen worden uitgelegd, dat welke Staat, groep of persoon dan ook, daaraan enig recht kan ontlenen om iets te ondernemen of handelingen van welke aard ook te verrichten, die vernietiging van een van de rechten en vrijheden, in deze Verklaring genoemd, ten doel hebben.
Ćlanak 30.
Ništa se u ovoj Deklaraciji ne moće tumaćiti kao pravo ma koje drćave, skupine ili osobe da sudjeluje bilo u kojoj djelatnosti ili da ćini bilo kakvu radnju usmjerenu uništenju bilo kojih ovdje navedenih prava i sloboda.



||© 2024 Harm Schoonekamp || contact || Talennet || sitemap ||.





Citaat van de dag

"Wie geen vreemde talen kent, snapt niets van zijn eigen taal. " - Johann Wolfgang von Goethe -
(1749-1832)